dinsdag 17 mei 2022

LA PETITE MAISON...


 

Ze liggen wat verfomfaaid en vuil in hun bedjes en je kunt wel zien dat er jarenlang niemand naar ze heeft omgekeken; de zeven dwergen die in het kleine huisje woonden.
La petite maison dat ik ruim 16 jaar geleden van het oude en kleine geitenschuurtje tot een sprookjeshuisje omtoverde. Het piepkleine huisje waar een volwassene moest bukken omdat het eigenlijk alleen voor dwergen en kleine mensjes was en waar het kind in mij elke keer weer tot leven kwam en ik vaak, net als vroeger, op het kleine stoeltje zat te genieten van die sprookjeswereld. Een wereld die ik met al mijn creativiteit tot leven bracht toen onze eerste kleindochter Charlie 4 jaar was. Wekenlang ben ik bezig geweest met het vinden van het interieur; de zeven roze bedjes met dekentjes, een plastic gasfornuis voor 3 euro op de vide-grenier, de potjes, pannetjes, borden, bestek en afwasrekje, hoekje waar je een eigengemaakt kopje thee kon drinken en natuurlijk veel bloemetjes rondom. Zelfs een waslijntje met het wasgoed van de dwergen ontbrak niet, evenals het kleine keukenschortje wat naast het fornuis hing.
Als laatste ging ik naar de speelgoedwinkel om de zeven dwergen te kopen die intens tevreden in hun opgemaakte bedjes lagen te wachten op de eventuele Sneeuwwitjes die kwamen logeren. Afgelopen weken ben ik begonnen om het leeg te halen. Met al die woningnood weet je maar nooit of er dakloze dwergen rondlopen....
Eerst heb ik even tussen alle spinrag op het kleine stoeltje gezeten waar herinneringen, gedachten en gevoelens over me heen buitelden. Ik heb nooit geweten dat dit bij het ouder worden zo'n grote rol zou gaan spelen! Dat je in het laatste gedeelte van je leven je hele leven voorbij ziet komen. Werd ik daar de afgelopen winter nog triest van, dan merk ik nu dat er zoveel blijheid door me heen stroomt en vind het heerlijk dat ik met mijn bijna 77 jaar nog steeds het kind in mij voel dansen.
Ik vraag me af of mijn kinderen dat op latere leeftijd ook zullen ervaren. Jammer genoeg zit ik dan al met een lekker glas wijn op mijn wolk en kan er niet meer met ze over praten.
En mijn kleinkinderen? Zouden ze nog weleens over La petite maison bij Opa en Oma Frankrijk praten?
Ik veeg het stof van de kleine kabouterjasjes en neem ze op mijn schoot. Ze kijken me aan alsof ze willen zeggen: "waar is iedereen gebleven, het wordt steeds stiller om ons heen"
Hoort dit allemaal bij het ouder worden? Dat al die herinneringen over me heen buitelen, dat ontroering en blijdschap vechten om de aandacht? Dat je elke dag wordt geconfronteerd met het verlies van je fysieke flexibiliteit?
En hoort het ook bij ouder worden dat de processen van pijn en verdriet uit het verleden zijn losgelaten en je de liefde volledig kunt laten stromen? Zullen mijn kinderen dit op latere leeftijd ook zo ervaren ?...

Moeizaam sta ik op van het kleine stoeltje en stop de zeven dwergen in een zak. Ooit zullen de kleinkinderen ze wel weer tegenkomen. Ik maak buiten in de zon het gasfornuisje schoon want alles gaat vandaag naar de kringloopwinkel, ik sluit de deur van La petite maison en weet dat ook dit
een dierbare herinnering zal blijven aan dát wat is geweest...

Dát wat is geweest...


Zwakker wordt het lichaam

maar sterker wordt de geest

herinnering is levend

aan dát wat is geweest

 

Naar al die jonge jaren

naar hoe het ooit begon

toen ik nog in mijn dromen

m’n eigen wereldje verzon

 

Jaren weggegleden

mee met de stroom van een rivier

en al mijn overpeinzing

vertrouw ik nu toe aan het papier

 

zwakker wordt het lichaam

maar sterker wordt de geest

dankbaarheid stroomt door mij heen

voor dát wat is geweest....

 

Manja 2022





 









maandag 2 mei 2022

1 MEI 2022

Mijn moeder was een vurige socialiste.
Dus elk jaar, op 1 mei, ging het raam omhoog, stak ze een rode lap aan een stok naar buiten en zette keihard de Internationale op, soms zelfs twee of drie keer achter elkaar. Daarna was het de beurt aan de socialistische strijdliederen die gezongen werden door het kozakkenkoor. En als het slecht weer was maar de dag ervoor, op Koninginnedag, de zon had geschenen, zei ze: "Zie je wel, we hebben een Oranje God" Ze had een hekel aan alles wat met koninginnedag te maken had. Ik weet nog goed dat ik met hindernislopen op het koninginnefeest in de speeltuin, een bedelarmbandje had gewonnen. Maar het kon haar goedkeuring niet wegdragen dus ik heb het nooit omgedaan. 
Ik weet nog dat ik me elk jaar vreselijk schaamde voor die wapperende rode lap die niet eens op een vlag leek. Bovendien werd ik er in de straat mee gepest. Ze trok zich er nooit iets van aan en stond voor alles waar ze in geloofde, dus die rode lap werd elk jaar weer opgehangen. 
Ja, mijn moeder was beslist anders dan anderen en in mijn jeugd waren er beslist meer dingen waarbij ik me voor mijn moeder schaamde. Zo verfoeide ik elk beschilderd houten knoopje op alle eigengemaakte kleren, gebreide vestjes of jassen. Mijn vader kocht een bezemsteel, zaagde er plakjes van en maakte er twee gaatjes in. Vervolgens werden ze door mijn moeder geverfd en gelakt. 
Pas heel veel later was ik in staat om te zien hoe bijzonder ze eigenlijk was en haar talent om van niets iets te maken. En hoewel mijn moeder en ik later een moeizame relatie kregen en het me grote moeite kostte om mijn eigen weg te kunnen gaan en ik de ruzies vaak niet meer kon omzeilen, beschik ik over een schat aan mooie jeugdherinneringen en valt alle narigheid rond haar daarbij in het niet. Daar ben ik intens blij mee. Haar gevoel over onrecht heeft ze overgedragen, haar felheid over misstanden in de wereld zijn me met de paplepel ingegoten evenals het kiezen van mijn eigen weg. " Al ga je vleeswaren snijden bij de Hema, zorg dat wat je ook doet, je hart daar ligt" zei ze. Ik geloof dat ik dat tot vervelens aan toe tegen mijn eigen kinderen heb gezegd. 
Een jaar voor haar dood wilde ze met me praten over haar laatste wens.
Ze wilde een rode kist en we moesten de internationale draaien, het liefst zo hard mogelijk.
En altijd onverwacht kregen we in Frankrijk opeens een telefoontje dat mijn moeder overleden was. Vier maanden daarvoor was ze 80 jaar geworden. Als verrassing voor haar om toch op die dag aanwezig te zijn, was ik op de trein gestapt en stond ik 's ochtends met mijn armen vol bloemen en een grote doos taart op de stoep. Blij was ze niet maar we konden al lang niets goed meer doen in haar ogen. Toch hebben we met z'n allen een gezellige dag voor haar verzorgd met veel bitterballen en een beerenburgertje want daar hield ze zo van. 
De kist rood schilderen lukte niet meer omdat wij een paar dagen nodig hadden om in Nederland te komen. Maar ze waren in de Beemster net bezig om de tulpen te koppen dus Frank had geregeld dat hij een paar vuilniszakken rode tulpenkoppen kon ophalen. Honderden lagen op de kist en rondom op de grond, als een vorstelijk tapijt voor mijn rode moeder! Het zag er prachtig uit.
Maar zelfs dát kon haar niet tevreden stellen want heel duidelijk hoorde ik in mijn oor de enigszins bitse klank van haar stem: " waarom is de kist niet rood"....
"Vind je al die tulpenkoppen niet prachtig, mam" fluisterde ik. "Mmmmmm" hoorde ik haar een tikkeltje wrokkig zeggen...
Toen schalde de Internationale door de ruimte, lekker hard, precies zoals ze wilde. Ze zei niets meer...
Elk jaar op 1 mei denk ik weer aan die rode wapperende lap uit het raam. Het verschil is dat ik me nu niet meer schaam...