donderdag 15 oktober 2020

Aan alles komt een eind...

 

Zoals altijd is thuiskomen op "onze berg" een feest.
En elke keer als we bij de kerk van Larnagol de smalle, 2 km. lange en kronkelige weg omhoog kruipen, stel ik me voor dat het onze oprijlaan is. Het kind in mij jubelt zachtjes.
In tegenstelling tot de laatste keer was het binnenkomen nu een verrassing. De poes was dolblij en had zich keurig gedragen de afgelopen 3 weken. Ze had de tijd doorgebracht voor die ene infraroodkachel die ik speciaal voor haar had aangezet. Een oude,19 jarige dame met artrose mag wel een beetje verwend worden. We zijn elke keer weer blij haar nog levend aan te treffen. Het huis was brandschoon dankzij Regine, onze hulp die 1 x per week als een witte tornado door het huis vliegt.
We halen de auto vol boodschappen leeg want dan kunnen we rustig even in quarantaine in onze eigen bubbel en hoef ik niet meteen naar de winkel. Om de behouden thuiskomst te vieren ploffen we met een lekkere fles wijn op de bank. Poes spinnend erbij na eindeloos gedraai welke schoot het lekkerste ligt. Zoals altijd ben ik de klos want mijn schoot is favoriet en ze toont haar blijdschap door haar nagels liefdevol in mijn dij te zetten.
De vrede en alle vreugde om weer thuis te zijn, is echter van korte duur want als ik naar de cave ga waar de grote ijskast met ingebouwde vriezer staat, komt me een vreselijke geur tegemoet.
Een geur of er een lijk in de kelder ligt dus ik realiseer me dat er iets helemaal mis is.
En dat is het ook. Normaal wil met een stevige onweersbui alle elektra er regelmatig uitvliegen, maar onze buurvrouw die ook voor de poes zorgt, gaat dan altijd even kijken en duwt de stop er  weer in. Omdat de ijskast in de keuken het wel gewoon doet, moeten we constateren dat 
hij stilletjes, na 20 jaar, overleden is. 
Als Frank de vriezer opendoet liggen er, wat geur betreft niet één maar minstens twee lijken in de cave. Onze gekregen wildvoorraad zwemt, stinkend en al, in een plas bloed.
De prachtige wildzwijnbout, de reebout en de ree rollade, goed voor een lange winter, eindigen niet in de pan, maar hebben een andere bestemming gekregen.
Dat wordt dus een vegetarische winter want wij eten, buiten vis en een boerenkip, eigenlijk alleen maar het wild dat we ieder jaar als kerstpakket van onze Franse buurman krijgen. 
Het heeft lang geduurd voor ik eraan gewend was een vuilniszak met een bloederig deel van een ree of een zwijn op mijn stoep te vinden. En elke keer vecht ik weer tegen mijn hypocrisie en weerzin om het te eten want ik zie ze liever levend rond het huis dartelen hoeveel verse rozenknoppen ze ook opeten en hoeveel grond ze ook omwoelen.
Maar het vlees is zo puur en zo lekker dat ik mijn gevoelens opzij zet en net als de Indianen bedank ik op dat moment het mooie dier dat het zijn leven heeft gegeven om ons lekker te laten eten. En die jagers schieten toch ook door zonder mij.
Frank heeft zich dapper ontfermd over het zeer onsmakelijke werk om de overleden ijskast schoon te maken en vuilniszakken te vullen met het bedorven vlees.
We zetten de deur van de cave een paar dagen wijd open om de stank kwijt te raken en de ijskast wacht buiten tot hij wordt opgehaald om naar zijn "laatste rustplaats" vervoerd te worden; de déchetterie oftewel de stortplaats voor groot vuil. Als de nieuwe ijskast wordt gebracht, nemen ze de oude meteen mee. Dit is wel een goed initiatief want vroeger, toen de déchetterie er nog niet was, werd alles door de eigenaars in de natuur gegooid tot auto's aan toe, zodat je op de mooiste plekken vaak een gore vuilnisbelt kon vinden. Ik bedank de ijskast stilletjes want hij heeft het toch maar 20 jaar volgehouden en voor mij is nu eenmaal niets vanzelfsprekend in het leven.

Een paar dagen later wordt er 's avonds op de deur geklopt en staat Guy, de buurman, voor ons neus met een vuilniszak waarin een halve ree, bloederig en wel. We zijn ons er erg van bewust dat het een eer als je zoiets krijgt van een Fransman en bovendien is het al ontveld en schoongemaakt. Dus ondanks dat we even moeten slikken, prijzen we hem de hemel in. Het doet hem goed te zien dat we blij zijn en hij belooft onmiddellijk dat er ook nog wildzwijn aankomt. Laat het in godsnaam geen half zwijn zijn.
Frank besluit om maar meteen aan de slag te gaan met het lossnijden van de bouten, de rug en de ribben. "Dank je wel, mooie ree" fluister ik zachtjes als ik even later de pakketjes zie.
Aan het 20-jarige bestaan van de ijskast kwam een eind en aan jouw leven kwam een eind.
Ik zal je met liefde klaarmaken...






 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten