Ze is ruim 19 jaar geworden, onze Amie of liever gezegd Poezenbeest, want op onverklaarbare wijze was dat ooit opeens haar naam geworden. Onze half siamees die hier met haar broertje kwam nadat Papa Sjakie, een volbloed siamees, met de poes van de boerderij was gaan vrijen. Omdat Papa kort na de geboorte van zijn nazaten overleed, werden twee ervan onze huisgenoten. Broertje bleef jammer genoeg ook niet lang bij ons maar Poezenbeest heeft het tot vandaag volgehouden. We zagen haar langzaam ouder worden zoals bij ons ook het geval is en ze werd de laatste maanden opeens heel erg aanhankelijk.
Zo kwam ze, zodra we 's avonds op de bank gingen zitten tussen ons in, keek scheel naar de lekkere hapjes en begon als een hondje te bedelen. Daarna ging ze het liefst bovenop één van ons liggen om uitgebreid onze handen te likken en dwong af dat je haar voortdurend aanhaalde. 's Nachts kroop ze tussen ons in op bed, zo dicht aan mijn kant dat ik regelmatig net helemaal op het randje lag en moeite moest doen om niet het bed uit te vallen. Ze wist namelijk dat ze bij mij veilig lag want Frank duwde haar rustig een eind opzij.
Ook begon ze opeens 5 kwartier in een uur te "kletsen" iets wat ze nooit eerder had gedaan. Langzaam leerden we haar taal te begrijpen; de verontwaardiging als haar eten te laat kwam want klokslag 5 uur ging ze boven op de kast zitten en begon te schreeuwen, het klagen als ze door de artrose moeite had om zich in de stoel om te keren. Als ik de muziek te hard aan had staan, schreeuwde ze er bovenuit of het niet wat zachter kon en van opera werd ze doodzenuwachtig. Regelmatig vond ze het ook nodig om middenin de nacht luid kwakend de slaapkamer in te komen om vol trots haar gevangen muis voor het bed neer te leggen. Dramatisch werd het als de muis nog leefde en Frank zijn best deed om de getraumatiseerde muis te redden die als dank keihard in zijn hand beet. De laatste weken ging ze snel achteruit. Met moeite kroop ze beneden in de tuin op het muurtje om lekker in de zon te liggen tot ze dat ook niet meer kon en wij de invalidentaxi werden die haar bracht en haalde. Vlak voor Pasen hield ze op met eten en sleepte zich vallend en zwaaiend uiterst langzaam naar haar waterbak om daar dan uitgeput te blijven liggen.
Frank en ik hadden de afspraak gemaakt dat, als het even kon, haar hier rustig dood te laten gaan want we vonden haar te slecht om met haar naar de dierenarts te sjouwen om haar daar op die koude tafel vol hondengeblaf om haar heen, een spuitje te laten geven. Maar gisteren hield ze ook op met drinken en kon zich nog nauwelijks bewegen. Haar ogen stonden glazig en ze kwam haar plek niet meer af.
Toch ging ze af en toe nog zachtjes spinnen als we haar achter haar oren kroelden, maar we hadden voor het eerst het gevoel dat ze ook pijn had dus Frank belde vanmorgen vroeg om onze dierenarts, een zachtaardig en liefdevol mens, te vragen of hij hier wilde komen om haar in te laten slapen. Jammer genoeg is hij met pensioen en de assistente zei dat ze dat niet meer deden. Op mijn stoeltje in het bos heb ik me sterk op haar geconcentreerd en de intentie uitgesproken dat we het haar niet aan wilden doen om met haar naar de dierenarts te sjouwen en haar daar, in al haar angst, in te laten slapen. Ik heb haar gezegd dat ze mocht gaan vandaag om verder lijden te voorkomen. Die intentie heb ik groter gemaakt en het Universum gevraagd om haar te helpen. Thuisgekomen heb ik haar geknuffeld en ze kneep zowaar even haar ogen dicht. "Ze heeft het begrepen" zei ik zacht tegen mezelf.
Frank moest om 2 uur naar de tandarts en hij was de deur nog niet uit of ze trok in een soort spasme met haar lichaam, haar poten strak, haar kop naar achteren, tongetje uit de bek en geluidgevend. Het leek of ze ging stikken en ik vond het afschuwelijk om naar te kijken maar ben tegen haar blijven praten en bleef haar strelen. Het duurde een paar minuten, herhaalde zich nog twee keer en toen was het stil en kwamen mijn tranen. Poezenbeest was een andere wereld ingesprongen. Ik heb haar kopje weer gewoon neergelegd, net als haar pootjes, haar ogen gesloten en haar bekje gesloten. Nu zit ik naast haar en ziet ze er rustig uit.Mijn tranen zijn zonder grenzen en ik laat ze gaan. Ik vond dit proces moeilijk en verdrietig, maar ben dankbaar dat ze gewoon op haar eigen plek, bij ons, haar nieuwe wereld in kon springen.
Dank je wel Poezenbeest, voor de mooie jaren met elkaar !....Doe de groeten aan je broertje en je vader!
Doodgaan...
Over dood durft niemand eigenlijk te praten
want doodgaan is zo eng en onbekend
je weet niet altijd goed wat je moet zeggen
want hoofden worden zwijgzaam afgewend
maar ik wilde van mijn vader weten
waarom mijn liefste broer is doodgegaan
soms denk ik dat hij bij me aan mijn bed staat
of zie ik hem weer in de kamer staan
en de dode vogel die ik op het strand zag
hij lag daar triest en moederziel alleen
is hij een nieuwe wereld ingevlogen
en is dat dan een plek voor iedereen?...
als je dood bent zijn de mensen zo verdrietig
ze zeggen alles op een zachte toon
ik zou ze honderd vragen willen stellen
dood hoort bij het leven zei mijn moeder
de dag dat zij aan kanker overleed
toch zit ze als ik thuiskom in haar leunstoel
en moppert als ik weer mijn tas vergeet
en de dode kat die ik op straat zag liggen
hij keek me aan alsof hij alles wist
is hij een nieuwe wereld ingesprongen
maar kan dat zonder steen of zonder kist?
Is er een hemel voor een doodgereden kat
of ligt hij eenzaam in het vuilnisvat
hoe is het als je dood bent
en het stil is om je heen
ga je naar iets anders toe
of lig je koud onder een steen
bij doodgaan hoort verdriet en dat doet pijn
wie kan mij nu vertellen hoe het is om dood te zijn
hoe is het toch om dood te zijn.....
( uit de musical Smogsmuller. 1990
Geschreven voor Nienke die haar moeder aan kanker verloor en Benjamin die zijn broer verloor )