Aan onze voordeur hangt dit bordje:
Hotel Oma, altijd open en betaling graag met kusjes, knuffels en een lach. Ik kreeg het ooit van een vriendin die het op een rommelmarkt vond.
Sinds die tijd hangt het aan de 200 jaar oude voordeur die al weer heel lang wordt gebruikt als luik omdat we, kort na de koop, een echte voordeur kochten want dit prachtige oude exemplaar kierde heel erg zodat we elke winter aan de binnenkant een grote plaat tempex moesten bevestigen.
Jammer genoeg is zelfs deze ex-voordeur als luik langzaam aan het overlijden en zullen we er afscheid van moeten nemen Alles staat krom en er vallen stukken hout uit dus toch maar een nieuw luik maken dat aan alle verwachtingen beantwoordt?
Het is ons sentiment dat dit afscheid moeilijk maakt want een ex-voordeur uit de Franse revolutie heeft eigenlijk meer waarde dan een mooi nieuw luik van eikenhout. Hoeveel bewoners hebben die oude deur ooit dichtgedaan in die tweehonderd jaar ?
Maar hotel Oma bestaat nog geen 200 jaar, slechts de 24 jaar dat we hier inmiddels weer wonen.
Het is rustig geworden in dit gastvrije hotel want de eigenaars zijn inmiddels twee bejaarden, weliswaar jong van geest, maar desalniettemin...
Vrij onverwacht hadden we dan opeens drie dagen een gast die niet betaalde met knuffels of een lach maar met een groot vertrouwen in de mensheid, of in dit geval, in ons.
Want drie dagen lang hadden we een mooie damesree in de tuin die haar luxe slaapkamer onder de boom had ingenomen.
Als ik had geweten dat ze kwam, had ik haar bed netjes opgemaakt en de kamer een beetje opgeruimd, maar ze was volledig selfsupporting en lag heerlijk in het hoge gras onder de mirabellenboon te slapen.
Het stoorde haar totaal niet dat we vanaf het terras in opperste verwondering naar beneden keken.
Wel keek ze ons af en toe aan met haar prachtige fluwelen ogen om ze daarna weer te sluiten en uiterst ontspannen verder te slapen. Ja, dan maakt het opeens niet meer uit dat ze elke ochtend met haar familie de rozenknoppen opeten en smullen van het wilde bloemenzaad dat Frank had uitgestrooid en waar de eerste groene stengels zich al lieten zien. Jammer genoeg zal er geen bloem meer aankomen maar dit is minstens een 3-sterrenmaaltijd voor onze gast.
En opeens maakt het dan ook helemaal niet meer uit dat we hier nooit een echte tuin zullen krijgen en dat we tevreden moeten zijn met alles wat spontaan uit de rotsen komt en blijkbaar niet op het menu staat van de reeën. Ik ben blij dat een Engelse tuin niet op ons wensenlijstje staat maar heb wel een beetje medelijden met Frank die toch elke keer weer probeert om bloemen te zaaien en nog steeds droomt van een rozentuin.
Ach, wat is dit toch oneindig mooier en ik verbaas me erover dat ik elke keer weer zoveel emoties ervaar.
Komt het omdat de ree ( eigenlijk het hert ) mijn totemdier is?
Ondertussen houdt onze gast een uitgebreide siësta na haar heerlijke maaltijd van vers en sappig groen.
Het maakt haar helemaal niet uit dat we gewoon op het terras zitten te praten en af en toe naar haar kijken.
Drie dagen is ze hier al en soms is daar een kleinere ree bij die echter geen kamer hoeft en alleen maar komt smullen van wat de keuken biedt en uit onze bosvijver komt drinken.
Elke ochtend kijk ik even van het terras de tuin in maar onze tevreden gast is niet meer teruggekomen.
Inmiddels heb ik de eerste jagers al gezien en hou mijn hart vast.
Toen ze na haar siësta rustig wegliep en nog even naar ons keek, heb ik zachtjes gezegd dat ze hier kon blijven want de jagers waren in aantocht. Ik weet niet of ze het begrepen heeft dus misschien ligt ze al ergens in de vriezer maar daar wil ik liever niet aan denken.
Want ik heb genoten van haar schoonheid en haar aanwezigheid in Hotel Oma.
En dat was meer waard dan een knuffel of een lach...