Op een mooie zomerdag, kort geleden, zitten Frank en ik in een prachtige impressionistische tuin bij onze vrienden. Genietend van deze bijzondere plek in de natuur onder een grote boom die de zon mondjesmaat doorlaat. De krekels zorgen voor de achtergrondmuziek en 20 jonge hennen en hanen rennen om ons heen, strak in de gaten gehouden door de twee tevreden tokkende mama's en de trotse papa.
Ik mijmer een beetje tussen alle heerlijke en natuurlijke gerechten door en voel me een gezegend mens dat ik die verbondenheid met alles zo sterk ervaar. Natuurlijk realiseer ik me dat ik makkelijk praten heb want hoe zoek je verbondenheid met de natuur als je op een flatje woont in een drukke donkere straat?
Mijn gedachten dwalen af naar vroeger hoe ons buitenleven ooit begon.
"Jut en Jul naar het platteland" zei ik altijd gekscherend toen we ons kleine huisje in de Beemster hadden gekocht. Het kleine huisje werd snel door Frank verbouwd en de aardappelschuur werd deel van de huiskamer met een prachtig uitzicht op een weelderige tuin van 3000 vierkante meter waarin appel-peren en pruimenbomen en een grote hoeveelheid rode bessenstruiken. Natuurlijk wilden we meteen beestjes en een grote moestuin. Ik kreeg een adres waar ik biologische kippen kon kopen. Het was ergens rond Abcoude en Natasha wilde mee met haar vriendje Xander. Ik denk dat ze ongeveer 10 jaar waren en ze wilden samen trouwen en boer en boerin worden. Ik had in die tijd een Renault 4 dus we tuften op een avond vlak na het eten richting kippenboer. Hij had me gezegd bij de avondschemering te komen want dan zaten de dames op stok en waren makkelijk te pakken. Daar aangekomen liepen we de schuur in waar honderden dikke bruine dames zaten. Mag je vandaag de dag het eigenlijk nog hebben over dikke bruine dames? Naief als ik was vroeg ik de man hoeveel dozen ik mee kreeg want ik wilde 10 kippen kopen.
Hij keek me lachend aan en zei " Ach vrouwtje, ik kan wel zien dat U uit de stad komt, we zetten ze zo gewoon in de auto en dan gaan ze bovenop de rand van de achterbank lekker door met slapen. Natuurlijk zag ik dat helemaal niet zitten maar ik durfde niets te zeggen en verstijfd van schrik trok hij de eerste kip van de stok en duwde hem in mijn armen. Arme ik die nog nooit een kip in haar armen had gehad...
De kip echter zag weinig verschil tussen een stok en twee bibberarmen en sukkelde al mummelend rustig verder. De boer trok twee kippen tegelijk van de stok en hield ze aan hun poten op de kop om ze naar de auto te brengen. Enfin, een half uurtje later zaten er 10 mooie dikke kippen bovenop de rand van de achterbank rustig te slapen en de twee kinderen, die het allemaal super spannend vonden, ervoor. Jammer genoeg had je in die tijd nog geen mobieltjes want het was een foto waard. Twee blonde kindjes met tien kippen vlak boven hun hoofd. Ik moest de man in totaal 50 gulden betalen ( ik heb begrepen dat men nu 35 euro voor één kip neer kan tellen ) en na alle instructies van de boer, vertrokken we. Niemand zei nog iets want we waren doodsbang dat de kippen wakker zouden worden. Maar het enige geluid dat ze voortbrachten was een tevreden zacht gemummel.
Tot het moment dat ik tot de ontdekking kwam dat ik echt moest tanken. "Waarom heb ik daar nou niet aan gedacht" mopperde ik en schoot de oprit binnen van het benzinestation. Door het felle licht en al het lawaai daar werden de kippen wakker en toen de man die de pomp bediende ( er waren in die tijd nog werknemers die de pomp bedienden) opgewekt aan kwam lopen, begonnen alle kippen door elkaar heen te fladderen en was de kinderpret ook snel afgelopen. Kun je je een voorstelling maken van dit tafereel?
Twee in elkaar gedoken kinderen en tien fladderende en lawaaimakende kippen?
Omdat ik zo snel mogelijk weg wilde komen, vroeg ik maar 10 liter, maar het gezicht van die man zal ik nooit meer vergeten. Zelfs met het betalen bleef zijn mond van verbazing open staan.
Thuisgekomen nam Frank als gastheer de honneurs waar en zette de 10 dames in ons kippenhuisje waar een inmiddels aangeschafte eenzame mijnheer Haan al zat te snurken. Hij en zijn harem hebben een gelukkig en sexueel actief leven bij ons gehad want we kregen eieren en later de kuikens in overvloed.
Binnen een jaar werd de kinderboerderij uitgebreid met geiten, eenden, konijnen en parelhoenders. Verhalen genoeg hierover dus die zal ik bewaren tot een volgende keer...
Van de stadsemensen Jut en Jul werden we "buitenlandse buitenmensen" zoals we de eerste jaren door de Beemster gingen want ik was De zwarte van de tocht ( we woonden naast een klein slootje dat de tocht heette) en Frank was de aangeklede Turk. Maar later, als Manja en Frank, hebben we daar een heerlijke tijd gehad...
Inmiddels wordt de hoofdmaaltijd opgediend; heerlijke gevulde kwartels, dus we blijven in de kippenbuurt...
IN DE TUIN...Frank Rosen (olieverf)
Het is vredig onder de appelboom
ik zit en hoor de vogels zingen
over honderd mooie dingen
ik sluit mijn ogen
en ik droom…….
over hoe het lang geleden was
beelden komen stil tot leven
laat ze met de wolken zweven
en om mij heen
ruik ik het gras…..
in mijn oren klinkt een kinderlach
’t is of de tijd is weggegleden
en “ Ooit was er “ wordt weer heden
opnieuw een mooie
lentedag…….
Het is vredig onder de appelboom
ik voel een vlinder op mijn hand
word door ontroering overmand
en het geluk
omarmt de droom…….
Manja