Ik heb ze een jaar geleden geïntroduceerd als Joep en Roos, maar Roos is "uit de kast" gekomen en is Job geworden.
Boden wij de twee heren een gastvrij onderkomen aan in ons huis, dan zijn de rollen inmiddels omgekeerd en wonen wij bij ze in.
Joep lijkt op zijn moeder en is een half siamees en Job zal ongetwijfeld op zijn onbekende vader lijken en is voor mij een reïncarnatie van onze overleden poes Amie.
Ik moet toegeven, ze brengen een boel gezelligheid met zich mee want we hebben aanspraak alhoewel ik de kattentaal nog niet altijd goed versta en, net als de Franse taal, moeite moet doen om te begrijpen wat ze willen. Het voordeel van katten is dat ze perfect aangeven wat ze bedoelen en dat doet de fransman nou eenmaal niet. Inmiddels draait het hier in huis dus om regels, hetzij die van ons, hetzij die van hun en wordt het rollenpatroon steeds duidelijker.
Was ik een beetje benauwd dat ze onze bank zouden innemen, onze zonen noemen dat de stek, kijken ze daar niet naar om. Ze hebben onze twee rieten stoelen in de serre geconfisqueerd tot eigendom dus waag het niet om daar te willen zitten. Eigenlijk was dat mijn "stek" zeker 's ochtends met een kopje koffie lekker genietend van onze grootbeeld televisie, oftewel het prachtige uitzicht op de vallei vol wisselende kleuren. Een enkele keer waag ik het erop om er één te verjagen wat me een hoop commentaar oplevert, dat versta je in elke taal. De enige momenten dat ze enigszins beledigd uit de stoelen opstappen, is wanneer er teveel geluid in de serre is. Dat stoort de heren enorm en met opgeheven staart en een licht protest verdwijnen ze. Net zoals bij de mens hebben ze af en toe een fikse ruzie waarbij ze krijsend elkaar achterna zitten door het huis en boven in mijn kamer een ravage maken want de achtervolging gaat door roeien en ruiten zoals men dat zegt.
Ach, we zijn er inmiddels aan gewend om af en toe het onderspit te delven maar ik dank God op mijn blote knieën dat we vanaf het begin het besluit genomen hebben om ze 's nachts niet in de slaapkamer te laten.
Na een paar slapeloze nachten konden we dat niet meer opbrengen, ondanks het ontroerende gebaar van hun liefde voor ons door bovenop ons te gaan liggen, keihard in je oor te spinnen en je wangen te likken met hun schuurpapieren tongetjes. Ach, wat aandoenlijk eigenlijk, maar dat was toch één van de weinige momenten dat we voor onszelf kozen. Nu is er alleen nog een knuffelmomentje als we naar bed gaan om nog een uurtje te lezen. Ik moet daar eerlijk bij zeggen dat lezen er nauwelijks van komt, want het boek wordt uit je handen geduwd en ze eisen alle aandacht op; Joep bovenop Frank en Job bij mij. Zodra het licht uitgaat, stappen ze zonder protest op, alhoewel ze af en toe middenin de nacht over het dak naar het terras komen om via de open slaapkamerdeuren naar binnen te glippen. Ook het territorium is al onderling bepaald; Job is buiten de baas en Yoep is binnen de baas. Job is een fanatieke jager die ons regelmatig een muis komt brengen en nog steeds niet begrijpt dat ik zijn attentie totaal niet waardeer. Ik vind het niet leuk om daar mee geconfronteerd te worden, gewoon omdat het spel kat en muis nu eenmaal erg wreed is. De muis wordt daarna smakelijk verorberd en hij begrijpt gelukkig dat hij dat niet voor mijn neus moet doen dus bewaart hij zijn snack voor de nacht en vinden we de volgende dag een levertje, want dat lusten ze niet en af en toe een staartje. En bij muizen blijft het niet want hij jaagt op alles wat beweegt. Het moet hier een pretpark voor hem zijn want er is genoeg.
Het positieve ervan is dat we geen muizenplaag meer hebben. Ze zijn allerliefst als ze volledig in trans liggen te slapen, ze lopen vaak als hondjes achter ons aan, zelfs op mijn wandeling in het bos, ze komen erg goed voor zichzelf op, daar kan ik nog wat van leren en ze doen voornamelijk waar ze zin in hebben.
En als dat je niet bevalt, hoef je alleen maar keihard NEE!! te roepen. Dat is het enige woord in onze taal
wat ze verstaan en ervoor zorgt dat ze met de staart tussen de poten de trap afschieten.
Inmiddels zijn ze door Frank vereeuwigd op het doek en vond ik de inspiratie om een versje te maken voor kleine en grote mensen of voor ongelukkige muizen?....
Miesje Muis
Miesje Muis is ongelukkig
want ze voelt zich akelig grijs
alles is zo saai in het leven
het bracht haar danig van de wijs
grijze kleren, grijze haren,
grijs was alles wat ze zag
en ze bekeek haar muizenleven
met een saaie grijze lach
Alle andere grijze muizen
hadden genoeg van haar gezeur
want in de Muizen Damesbladen
was grijs dit jaar een modekleur
maar Miesje Muis was niet tevreden
ze wilde anders dan de rest
dus kroop ze op een nacht voorzichtig
uit haar warm en veilig nest
Ze bezocht een modekoning
zijn showroom was in Wassenaar
Mevrouw Muis riep hij heel deftig
grijs is sjiek, dus Au revoir!
ze kwam een arme schilder tegen
niemand vond zijn werk wat waard
maar hij was in voor hippe dingen
zoals stippen en een gouden staart
Hij schilderde wel 100 stippen
op haar saaie grijze huid
tot slot een glanzend gouden staartje
en een zuurstok roze snuit
’t is waar, ze was nu zeer opvallend
de kunstenaar werd heel beroemd
ze verschenen in de Beau Monde
hun naam werd overal genoemd!
Maar het geluk kwam snel ten einde
door een hongerige kat
hij zag iets glinsteren in de struiken
en ging meteen op oorlogspad
verstoppen voor een muis vol kleuren
is een onmogelijke taak
de kat had dus die dag een makkie
het was dan ook in één klap raak
Goud met stippen werd de mode
voor Miesje Muis helaas te laat
ze hebben lang voor haar gebeden
en er kwam een Miesje Muizenstraat...
Manja