Aarzelend zet ik, op deze prachtige lentedag, mijn computer aan met de gedachte om toch eindelijk weer eens te proberen een nieuwe blog te schrijven.
Ik zie tot mijn schrik dat er ruim 3 maanden verstreken zijn maar heb het gevoel dat het minstens een jaar geleden moet zijn als ik in mijn herinnering terugga. Er is zoveel gebeurd en het was zo'n intense periode dat ik het nog een wonder vind dat de gedachte door mijn hoofd speelt om weer te gaan schrijven. Mijn laatste blog Acceptatie ging over Dr. Long nadat ik 2 weken opnieuw in het Antonius gelegen had. Op 25 januari reden we onze Franse berg weer op en begon opnieuw voor mij het opkrabbelen, iets waar ik aardig wat ervaring mee krijg, mag ik toch wel zonder enige arrogantie zeggen. Rustig aan, elke dag een wandelingetje en naar mijn lichaam luisteren.
Het ging allemaal redelijk. In het bos stonden op mijn dagelijkse route, die inmiddels in afstand al aardig gekrompen was, nu 2 stoeltjes om uit te blazen. Maar het was al een feest dat ik hier weer liep en de gedwongen rustpauze kon gebruiken om mijn zegeningen te tellen en te genieten van de omhelzing van Moeder Aarde. Maar na 10 dagen ging het mis. Ik voelde me niet lekker, was erg kortademig en doodmoe en kreeg weer koorts. "Ach, een griepje" ze ik tegen Frank. Vast opgelopen in Nederland. Maar al snel bleek het toch geen griepje te zijn want er trad geen enkele verbetering op. Ik werd steeds zieker en de koorts bleef. Lag als een dood vogeltje op de bank voor het vuur en elke stap was me te veel. Frank leerde te koken met aanwijzigingen van mij maar ik had geen enkele zin meer om te eten, alleen fruit. Ik werd overal misselijk van en lag de hele dag te slapen. Toen ik op een keer wakker werd, had ik beelden dat mijn levensenergie via mijn voeten aan het wegstromen was. Ik voelde me als een ballonnetje dat langzaam aan het leeglopen was.
"Ik ga dood" ging er door me heen. " Ik moet Frank roepen".
Overspoeld door paniekgevoelens bedacht ik wat ik nog allemaal had willen doen en dat ik de kinderen en kleinkinderen niet meer zou zien. Dit nare gevoel dat me erg verdrietig en onrustig maakte, hield weken aan. Al mijn levensvreugde was verdwenen. Ik vond het bijna eng.
Via de telefoon hield ik contact met de cardioloog in Nederland, temeer daar onze Franse huisarts niet erg door pakte en ik absoluut geen zin had om weer in ons streekziekenhuis terecht te komen.
Na ruim 2 weken koorts en me steeds zieker voelen, besloten we dat ik op het vliegtuig zou stappen om naar het Antonius te gaan. Frank zou dan eventueel later komen.
Twee dagen later lag ik weer in het Antonius waar men in eerste instantie dacht aan een Endocarditis ( een bacteriƫle ontsteking van de binnenkant van het hart en de kleppen), maar na het maken van een CT-scan bleek het probleem toch bij de longen te liggen en besloot het Knappekoppenteam om me te opereren en een longbiopt te nemen. Ze wilden uitsluiten dat het een vasculitis was. Maar voor de derde keer was de COP * weer terug. Blijkbaar bieden mijn longen veel gastvrijheid.
Na bijna 3 weken ziekenhuis moest ik in tempo het ziekenhuis uit omdat ik tot de risicogroep behoorde voor het Coronavirus.
En nu zitten we alweer 5 weken bij onze vrienden Willem en Yvonne Mantel vanwege de lockdown en het op dat moment onmogelijk was om Frankrijk in te komen. Bovendien liet mijn fysieke situatie dat nog niet toe.
Ze boden onmiddellijk hun gastvrijheid aan. Omdat we daar inmiddels kind aan huis zijn, het redelijk dicht bij de kinderen is en we er al regelmatig logeren, besloten we het te doen. Bovendien was een vakantiehuisje (nog) geen optie omdat ik nauwelijks in staat was tot iets.
En zo komt het dat ik al 5 weken mag ervaren wat "mantel"zorg is.
Voor mij betekent het dat ik helemaal niets hoef te doen en alle energie voor mijn genezing kan houden. Het is of ik op de eerste etage in een luxe appartement zit en Willem en Yvonne wonen beneden. Op onze riante slaapkamer hebben ze voor het raam een schattig tafeltje met twee lekkere stoelen gezet waar we elke ochtend smullen van een door Frank gebracht ontbijt en heerlijk de inmiddels groene en bloeiende voortuin inkijken. Kleedje op tafel, bosje blije tulpen en een heerlijk bed waarin ik de eerste twee weken alleen maar lig te slapen. Ik voel me dodelijk vermoeid en verzwakt. We hebben afgesproken om wel 's avonds met elkaar te eten, want ook Willem en Yvonne mijden bezoek.
Dat eten samen is elke dag een feestje, gewoon omdat we er met elkaar een feestje van maken. Yvonne kookt heerlijk en we hebben gespreksstof te over. Zoveel langdurige en liefdevolle zorg voor mij heb ik nog nooit in mijn leven ervaren. En ik kan zeggen dat het al aardig begint te wennen om dit allemaal te accepteren zonder me schuldig te voelen. Tussendoor gaat Willem die kinesioloog is en een heel bijzondere manier van werken heeft, met mij aan de slag om mijn energie weer te laten stromen, zodat mijn zelfhelend vermogen wordt geactiveerd.
De eerste controle van longfoto en bloed laat al een kleine verbetering zien. De longarts wil het nog 3 weken aanzien want misschien zet dit proces wel door en hoef ik niet aan de zware medicijnen.
Dit kan ik alleen maar toejuichen hoewel we onze Franse berg nu wel missen.
Maar met zulke leuke "buren" en het gevoel dat ik in een 4-sterren "Mantel"zorghotel zit, moeten een paar weken extra dus geen straf zijn...
COP- Cryptogene organiserende pneumonie is een zeldzame interstitiƫle longziekte.
Het is een sterke afweerreactie of ontstekingsreactie in de longen, waarvoor geen oorzaak gevonden is, maar waardoor de longen slechter gaan werken. Het longweefsel wordt door de ontstekingen en littekens dikker waardoor longweefsel en bloedvaten slechter zuurstof en koolstofdioxide uitwisselen, met benauwdheid als gevolg. Op een longfoto worden de longen als het ware bedekt met spinnenwebben.
Quarantaine
Achter glas op de eerste etage
zit ze met haar kopje thee
vredig is het stille laantje
ze zwaait naar buurman van benee
de dagen trekken stil aan haar voorbij
ze volgt de vogels in de bomen
glijdt door haar herinneringen
oneindige gedachtenstromen
hoe ongrijpbaar is de tijd geworden
en hoe ver bij haar vandaan
bibberig zoekt ze een zakdoek
want uit haar ogen rolt een traan
de thee is langzaam koud geworden
en haar hoofd glijdt iets opzij
op de drempel van dit Niemandsland
is er opnieuw een dag voorbij...
Manja april 2020